Knoopjes leggen in je borduurdraad, of geen knoopjes leggen. Het is een discussie die hoog kan oplopen in sommige cirkels. Zelf leg ik ze meestal wel, en het liefst zo dicht mogelijk tegen de stof aan. Wil je graag weten hoe ik dat precies doe? Lees dan verder, en ik toon je 3 manieren om je borduurdraad af te knopen.
De ministeek-met-lusje-methode
- Maak een klein steekje aan de achterkant van je werk. Probeer daarbij om 1 of 2 weefseldraadjes van je stof mee te hebben, of om door de teken die je al gemaakt hebt te naaien.

- Trek je draad voorzichtig aan, maar nog niet helemaal. Hou een lusje over.
- Steek je naald met draad door dat lusje, en trek voorzichtig helemaal aan.
Je knoopje ligt nu tegen je stof aan.

- Neem je liefst van al het zekere voor het onzekere, herhaal stap 1 tot en met 3 dan nog eens.
- Knip je draad zo dicht mogelijk tegen het knoopje af.

De duim-erop-methode
- Maak een lus aan de achterkant van je werk en haal je draad erdoor.

- Trek voorzichtig je draad naar de ene kant, en je lus naar de andere kant, tot het toekomstig knoopje op je stof ligt.
- Zet je duimnagel op het knooppunt van de lus, en trek je draad nu aan tot je een knoop hebt.

- Neem je liefst van al het zekere voor het onzekere, herhaal stap 1 tot en met 3 dan nog eens.
- Knip je draad zo dicht mogelijk tegen het knoopje af.
De split-je-garen-methode
Werkt alleen bij splitgaren, maar kan je wel heel korte eindjes nog mee afknopen.
- Split je garen zodat je in beide handen (ongeveer) evenveel draden hebt.

- Leg een knoopje.

- Herhaal stap 1 tot en met 2.
- Knip je draad zo dicht mogelijk tegen het knoopje af.
Dit zijn de 3 methodes die ik zelf het vaakste gebruik. Welke methode ik wanneer gebruik, hangt er vaak van af hoeveel draad ik nog over heb, met welk soort draad ik aan het werken ben, en of mijn garen zit of nog in mijn naald zit of niet.